zaterdag 1 juni 2013

Naar Death Valley

30 mei

We staan wat later op dan normaal. Voor het ontbijt blijven we in Luxor en kiezen voor het buffet. Een kok bakt op verzoek eieren naar wens. Ik kies voor een omelet, Martin voor twee eieren - sunny side up. Na het ontbijt skypen we eerst even met de dochter thuis - we hebben een nieuwe versie van Skype ge-update en die werkt. Daarna checken we uit, dit doen we overigens niet fysiek maar via de laptop; moderne tijden.

Als we de boel weer allemaal in de auto ingepakt hebben, rijden we naar de selfparking van Ceasars Palace. In de lift van de parkeerplaats naar het casino raken we in gesprek met een Amerikaan die ons uitlegt dat elk casino zijn eigen geur heeft. Zo schijnt Venetian voor duizenden dollars in Italiƫ een shampoo voor de vloerbedekking te hebben laten ontwikkelen die naar Italiƫ moet ruiken.

Of Ceasars anders ruikt dan Luxor weet ik niet, maar dit casino is overduidelijk wel een stuk luxer dan Luxor. Er zit een heel grote winkelpromenade in met fonteinen en zelfs de deuren van de toiletten zijn versierd met allerlei afbeeldingen.



deuren op het herentoilet
De winkel van Victoria's Secret is nu wel open en we slagen er in om iets te kopen dat op de bestelling van de dochter lijkt. Daarna proberen we de uitgang van het casino te vinden. Dat is altijd een hele kunst en als dat gelukt is, kunnen we op weg naar Death Valley NP. Onderweg tanken we in Pahrump (daar kost een gallon $3,50; bij Furnace Creek is dat $5,50).

We rijden via Soshone richting Badwater. Onderweg stoppen we een paar keer om wat foto's te maken van de zoutvlaktes. Als we bij Badwater zijn, het laagst gelegen punt van de Verenigde Staten, is de temperatuur buiten opgelopen tot 40 graden Celsius. Martin stelt de airco wat bij, maar hij drukt op een verkeerd knopje, waardoor mijn stoel opeens warm wordt. De auto blijkt stoelverwarming te hebben, maar dat is niet iets waar ik in Death Valley echt behoefte aan heb. Of hij dat dus heel snel wilt uitzetten.

We gaan bij Badwater even de auto uit om wat foto's te maken en rijden dan naar de General Store bij Furnace Creek - waar ik een dadelbrood koop. Daarna rijden we naar het Visitor Center. Hier is het 43 graden Celsius (buiten uiteraard; binnen is het een stuk koeler). Die 43 graden klinkt heel erg warm en dat is het ook, maar we hebben hier bij een vorig bezoek wel eens een temperatuur van 50 graden Celsius meegemaakt. Dan loop je echt tegen een muur van warmte aan als je uit de auto met airconditioning stapt.









Na het bezoek aan het Visitor Center rijden we naar de Salt Creek trail. Om daar te komen moeten we een stukje over een dirtroad rijden, wat weer voor veel stof op de achteruit van de auto zorgt. We lopen er een mooie wandeling over een boardwalk langs een stroompje waar pupfishjes in zwemmen.





Pupfishjes zijn kleine visjes (groot formaat guppy) die zich hebben aangepast aan het leven in de zoute kreek. Zo'n 10.000 jaar geleden was er nog voldoende water maar door het kleiner worden van de meren raakten de vissen van elkaar gescheiden en moesten overleven in kleinere poelen. Doordat de omstandigheden in de verschillende poelen van elkaar verschillen zijn er uit de oorspronkelijke soort meerdere soorten ontstaan.

Elk jaar sterven er vissen als de poelen droogvallen; ze zijn dan een makkelijke prooi voor andere dieren. Alleen de vissen die in het eerste deel zitten overleven.









Na het bezoek aan de pupfishjes rijden we richting Stovepipe Wells. Onderweg komen we langs de zandduinen. We stoppen eerst bij een viewpoint aan de kant van de weg om wat foto's te maken en even verderop rijden we de parkeerplaats bij de Sand Dunes en lopen we een klein stukje de duinen in. We maken weer de nodige foto's en rijden dan naar het vlakbij gelegen Stovepipe Wells waar we een kamer gereserveerd hebben. We zitten in het roadrunner-gebouw, met uitzicht op de Sand Dunes. We besluiten om vroeg te gaan eten zodat we nog tijd hebben om de duinen met het licht van de ondergaande zon te fotografen.

Als Martin echter zijn leesbril wil pakken, kan hij deze nergens meer vinden. Ook in de auto ligt hij niet. Enig nadenken doet vermoeden dat hij hem bij de eerste viewpoint bij de duinen verloren moet zijn. Een grote ramp is het niet - het is een leesbril van €5 van de Etos en hij heeft een reserve leesbril bij zich - maar als hij deze ook kwijt raakt, en daar acht ik hem best toe in staat - dan kan ik de rest van de vakantie elke keer het menu voor hem voor gaan lezen en dat soort zaken.


Na het eten rijden we naar de duinen. We zijn nog net op tijd om wat foto's te maken van de duinen met wat (ondergaand) zonlicht er op. De duinen zijn overigens niet iets om overdag in de hitte te gaan ronddwalen. Ik ken meerdere verhalen van mensen die dat hun leven heeft gekost.
 












Mysterieus dansend stelletje in Death Valley

Overnachting: Stovepipe Wells

1 opmerking:

  1. Heerlijk om iedere keer weer jullie belevenissen te lezen en de foto's te bekijken.
    Lekker blijven genieten en goede reis verder.

    Groet, Marco.

    BeantwoordenVerwijderen